Impressie repetitie NSJ 2018
Het Metropole Orkest en Snarky Puppy: één grote muzikale eenheid
Een impressie van de repetitie op 11 juli 2018 voor het NN North Sea Jazz Festival
Snarky Puppy? Neem ze zoals ze zijn!
Snarky Puppy is een collectief met 25 leden. De Amerikaanse band, in 2003 opgericht door bassist Michael Legue, behoort sinds 2014 tot de top van de internationale jazzwereld. Toch is Snarky Puppy is geen jazz band, geen fusion band en al helemaal geen jam-band. Het collectief speelt rauwe jazzfunk, fusion, soul, rock, maar ook lyrische melodische stukken. “Neem ze zoals ze zijn, dat is beter dan ze te beoordelen op wat ze niet zijn”, schreef Nite Cinen van The New York Times in een online discussie over de groep.
Voor het concert met het Metropole Orkest op North Sea Jazz zijn negen leden van Snarky Puppy in Nederland: Chris Bullock (sax); Mike Maher (trompet), Mark Lettieri (gitaar); Bobby Sparks en Shaun Martin (keyboards), Justin Stanton (keyboards, trumpet), Larnell Lewis (drums), Nate Werth (percussion) en natuurlijk de bevlogen bandleider en bassist Michael League. Hij is dit jaar artist in residence op North Sea Jazz en speelt daarom elke dag met een andere formatie op het festival. Net als het Metropole Orkest, dat elke dag met een andere gast speelt.
Metrople Orkest speelt drie concerten op North Sea Jazz 2018
Het Metropole Orkest is een vaste gast op het North Sea Jazz Festival. Dit jaar speelt het orkest vrijdag 13 juli o.l.v Jules Buckley met Snarky Puppy. Honorair dirigent Vince Mendoza neemt zaterdag 14 juli het stokje over voor een reprise van de concerten die het orkest in maart van dit jaar gaf met zanger Gregory Porter in Carré. Op de slotdag van het festival staat Jules opnieuw voor het orkest, dat dan het podium deelt met souldiva Chaka Kahn.
“Okay folks, counting from bar 1” Jules Buckley telt af, de eerste repetitie van het Metropole Orkest en Snarky Puppy is begonnen. ‘Thing of Gold’ wordt ingezet, van het album ‘groundUp’ uit 2012. De melodie wordt afwisselend ondersteund door groovende blazers, bas en drums of lyrische strijkers, nu nog met clicktrack voor de strakke uitvoering. Er moet nog wel wat worden geschaafd en, heeft iedereen eigenlijk wel dezelfde partituur?! “Het intro is oké”, zegt Jules en door naar het volgende stuk. Het funky ‘Grown Folks’ komt van Snarky’s laatste album ‘Culcha Vulcha’ (2016). Het orkest heeft het nog niet eerder gespeeld en dus wordt er een paar keer onderbroken voor aanwijzingen en overleg. Band en orkest wisselen elkaar af, de muziek gaat van heel klein naar overweldigend symfonisch, van het karakteristieke geluid van de Minimoog naar de vette wah-wah van de bas, om te eindigen met een een overweldigende lage noot van de blazers. “Let’s change the last chord to mezzo-piano”, zegt Jules Buckley. “Aaahhhhh”, reageert het orkest teleurgesteld.
Voor het volgende stuk moeten de uitgedeelde oordoppen uit de verpakking: De grote trom wordt ‘voorgereden’. Drummer Larnell Lewis maakt ondertussen een 360 graden video met z’n mobieltje. Wat een drummer! Ook in het soepel swingende, Braziliaans getinte ‘Semente’ is hij weer overweldigend aanwezig. Maar ook een Fender Rhodes-solo, een fluit-solo, Braziliaanse percussie, harp met marimba en xylofoon… Percussionisten Murk Jiskoot en Eddy Koopman rennen heen-en-weer tussen hun instrumenten, bladmuziek in de hand. Vanwege de tijdsdruk gaat Jules Buckley met grote stappen door het stuk heen, van maat 256 in één keer naar maat 289.
“De dwarsfluitsolo van Chris Bullock in ‘Semente’ is een ode aan de Braziliaanse fluitist Carlos Malta”, vertelt celliste Annie Tangberg in de pauze. “Het stuk is geschreven door Michael League. Semente was een muziekbar in Rio de Janeiro. Ik ging er naartoe toen ik met Martin Fondse in Rio speelde. Carlos Malta was er ook en toen kwamen de mannen van Snarky Puppy binnen. Ze zijn gek van Braziliaanse muziek. Het werd de best jam-sessie ever!”
De repetitie gaat verder met de echte ‘Snarky Puppy en Metropole Orkest-sound’ bekend van ‘Sylva’, het album waarvoor band en orkest in 2016 samen een Grammy kregen. Het stuk vliegt heen en weer van heel klein naar bombastisch. Michael League zingt voor hoe de strijkers moeten klinken… “Yeah, yeah!,” roept hij enthousiast als zijn ideeën worden opgepikt. Eens te meer blijkt hoe Jules Buckley en Michael League op elkaar zijn ingespeeld. Er is oogcontact, ze gebaren, ze wijzen naar de orkestpartituur die ze beiden voor zich hebben en lachen als het goed gaat. Zo smeden ze orkest en band tot één grote muzikale eenheid.
Er wordt gestemd, een aantal muzikanten speelt snel even een stukje uit z’n partij en door gaat het naar ‘Big Ugly’. Het dromerige begin klinkt helemaal niet ‘ugly’, maar mooi, ruimtelijk en spannend. Michael verandert nog even iets aan de partijen van percussionisten Murk en Eddie, en dan is het opeens voorbij. “Thank you guys”, zegt Jules, “and give a big hand to our friends from Snarky Puppy!”. Het orkest juicht en klapt. Morgen verder, er is nog wel wat te doen tot het eerste gezamenlijke concert op vrijdag.
Eva Bomans
Juli 2018 ( MOre: jaargang 4, editie 3)